Vet eten en bruin warm water
Door: Addie Niesthoven en Hans Metz
Blijf op de hoogte en volg Hans Metz en/of Addie Niesthoven
10 Augustus 2015 | Hongarije, Tiszafüred
Hongarije is een bijzonder land. Neem om te beginnen de taal. Er is nauwelijks een woord te vinden dat lijkt op dat van een van de West-Europese talen. En dan het ontbijt. We waren op een camping waar een groep kinderen verbleef. Als ontbijt kregen ze vlees, vet spek en zuurkool.
Over het algemeen is het eten in Hongarije vet en met veel koolhydraten. Wat ze met al die heerlijke groenten doen en het fruit dat in overvloed op de velden staat en in de bomen hangt, is een raadsel. Schnitzel kun je krijgen, met rijst en patat. Je ziet dus veel dikke mensen. Het beste valt dat op in de vele zwembaden en thermale baden. Bij veel campings hoort zoiets. Thermale baden: bruin heet water, vaak met een raar geurtje, waar je stil in zit. Ze zeggen dat dat gezond is.
We kwamen het land binnen in het zuidwesten, vanuit Kroatië. Alles ziet er meteen sjofeler uit. Eerst maar geld uit de muur getrokken, want ze hebben hier nog een eigen munt, de forint. We krijgen briefjes met veel nullen.
Het Balatonmeer laten we links liggen, nadat we bij de Tourinfo folders zagen van reuzencampings met reuzenglijbanen. We fietsen eerst naar het oosten tot Szeged en vandaar noordelijk tot het stuwmeer bij de Tisza-rivier. Het is een vlak landschap en wegen met meestal goed asfalt. Soms is er een keurig fietspad aangelegd evenwijdig aan de autoweg. Links en rechts enorm uitgestrekte akkers. Tussen de dorpen in zijn er bijna geen huizen. Het is hier dun bevolkt. Tien miljoen mensen op een oppervlakte van driemaal Nederland.
In Szeged blijven we een paar dagen en bezoeken het salami- en paprika-museum.
Kort daarna komen we langs Opusztaszer. Het is een openluchtmuseum met oude boerderijen, joerts en oude ambachten. Maar topper is een enorm panorama-schilderij over het ontstaan van Hongarije. In het jaar 894 kwamen de Hongaarse horden uit Azië en vestigden zich hier, de bestaande bevolking uitmoordend, verkrachtend, huizen in brand stekend. De Hongaren vinden het prachtig, zij vinden hier hun roots. Elk Hongaars kind wordt hier doordrongen van de grootheid van het Hongaarse volk.
Het is alsmaar heet! 35 tot 40 graden. Eigenlijk zouden we heel vroeg moeten beginnen met fietsen, maar dat komt er zelden van. Wel pauzeren we soms lang, 2 tot 3 uur op het midden van de dag.
In Tiszafured, aan de oostoever van het grote stuwmeer, nemen we vier dagen vakantie. De camping is schaduwrijk en voorzien van een goed zwembad en een warm bruin bad. Twee keer per dag trekken we baantjes, en stellen daarna onze door druk en warmte geteisterde billen bloot aan de hopelijk heilzame werking van de mineralen en metalen in het thermaalbad.
Als we op zondag 9 augustus in Budapest Jesse en Paulien ontmoeten - die daar zijn voor het Sziget-festival - zijn we uitgerust en fit voor het volgende deel van onze reis: Slowakije.
Over het algemeen is het eten in Hongarije vet en met veel koolhydraten. Wat ze met al die heerlijke groenten doen en het fruit dat in overvloed op de velden staat en in de bomen hangt, is een raadsel. Schnitzel kun je krijgen, met rijst en patat. Je ziet dus veel dikke mensen. Het beste valt dat op in de vele zwembaden en thermale baden. Bij veel campings hoort zoiets. Thermale baden: bruin heet water, vaak met een raar geurtje, waar je stil in zit. Ze zeggen dat dat gezond is.
We kwamen het land binnen in het zuidwesten, vanuit Kroatië. Alles ziet er meteen sjofeler uit. Eerst maar geld uit de muur getrokken, want ze hebben hier nog een eigen munt, de forint. We krijgen briefjes met veel nullen.
Het Balatonmeer laten we links liggen, nadat we bij de Tourinfo folders zagen van reuzencampings met reuzenglijbanen. We fietsen eerst naar het oosten tot Szeged en vandaar noordelijk tot het stuwmeer bij de Tisza-rivier. Het is een vlak landschap en wegen met meestal goed asfalt. Soms is er een keurig fietspad aangelegd evenwijdig aan de autoweg. Links en rechts enorm uitgestrekte akkers. Tussen de dorpen in zijn er bijna geen huizen. Het is hier dun bevolkt. Tien miljoen mensen op een oppervlakte van driemaal Nederland.
In Szeged blijven we een paar dagen en bezoeken het salami- en paprika-museum.
Kort daarna komen we langs Opusztaszer. Het is een openluchtmuseum met oude boerderijen, joerts en oude ambachten. Maar topper is een enorm panorama-schilderij over het ontstaan van Hongarije. In het jaar 894 kwamen de Hongaarse horden uit Azië en vestigden zich hier, de bestaande bevolking uitmoordend, verkrachtend, huizen in brand stekend. De Hongaren vinden het prachtig, zij vinden hier hun roots. Elk Hongaars kind wordt hier doordrongen van de grootheid van het Hongaarse volk.
Het is alsmaar heet! 35 tot 40 graden. Eigenlijk zouden we heel vroeg moeten beginnen met fietsen, maar dat komt er zelden van. Wel pauzeren we soms lang, 2 tot 3 uur op het midden van de dag.
In Tiszafured, aan de oostoever van het grote stuwmeer, nemen we vier dagen vakantie. De camping is schaduwrijk en voorzien van een goed zwembad en een warm bruin bad. Twee keer per dag trekken we baantjes, en stellen daarna onze door druk en warmte geteisterde billen bloot aan de hopelijk heilzame werking van de mineralen en metalen in het thermaalbad.
Als we op zondag 9 augustus in Budapest Jesse en Paulien ontmoeten - die daar zijn voor het Sziget-festival - zijn we uitgerust en fit voor het volgende deel van onze reis: Slowakije.
-
10 Augustus 2015 - 13:11
Michael:
Toch wel Boedapest bekeken? ;-) -
10 Augustus 2015 - 13:37
Hans Metz En/of Addie Niesthoven :
Ja Hoor. We doen altijd een paar stadswandelingen, op de fiets. Gelukkig hebben we 7 jaar geleden al de 'overkant' gedaan, met de steile hellingen. En natuurlijk het prachtige Gellert bad. Budapest is dit keer leuker dan ooit, met al die jonge mensen die naar het festival komen. -
10 Augustus 2015 - 14:41
Janka:
Wat fijn dat jullie het zo goed hebben en dat al voor langer dan drie maanden en alsmaar fietsen. Fietsen en kijken, indrukken opdoen, praten met geestverwanten, landschappen, samenlevingen, in de tent verblijven, bij mensen thuis en nog zo wat. De stoere ouden-van-dagen van de jaren '10, met de getrainde beenspieren!
Over de tweetaligheid in Hongarije (ik heb natuurlijk even geGoogled): Kennelijk verspreidden de Duitsers (uit Schwaben/Schwaebische Alp?) zich over Midden-Europa. Bij Herta Mueller, over Roemenie, las ik dat Schwabe als scheldwoord gebruikt werd tijdens het Ceaucescu regime.
Wkipedia heeft het over Donau-Swaben,itt die uit Transylvanie.
Als ik Hongarije lees, dan denk ik onmiddellijk aan Magda Szabo. Die moet je echt lezen, Addie. Ze is zooo goed.
En, hoe gelukkig dat Jesse daar nu ook is/jullie zijn omgereden om Jesse te kunnen zien. Zeg maar tegen hem dat er gister ihkv De Gelderse Muziekzomer(NJO) een accordeonist was (Vincent van Amsterdam), die in zijn eentje speelde voor zo'n 500 mensen,buiten in een tuin: Bach, Tsjaikowski, maar ook hedendaagse, speciaal voor accordeon gecomponeerde muziek. vooral die laatste vond ik erg mooi!
Lieve groeten, Janka
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley
