Oponthoud in Moldavië

Twintig kilometer voor Balti valt een van mijn trappers eraf. Met zo'n zielig staafje dat overblijft is te fietsen, maar lekker is het niet. Het is zaterdag eind van de middag als ik in Balti aankom, dus voor nieuwe trappers zal ik tot maandag moeten wachten.
Zondag vraag ik op straat alvast naar een fietsenwinkel. Ik kom terecht op een markt waar mannen met fietsen bezig zijn naast bakken met verroest gereedschap en oude onderdelen. Dat boezemt weinig vertrouwen in.
Ik besluit de trein naar de hoofdstad Chisinau te nemen.

Moldavië is een arm land. Onderweg zie ik ontzielde fabrieksgebouwen en vervallen stations. Een heuvelachtig landschap met soms niks, soms weer van die eindeloze zonnenbloemenvelden.
De afstand Is 170 km. maar de trein neemt een omweg, rijdt langzaam, blijft ergens lang staan - fijn, kan je even naar buiten - en doet er vijf uur over.

Igor, mijn WarmShowers-contact in Chisinau woont met vrouw en kind in een eenkamerappartement dus daar kan ik niet overnachtten, ik zoek een hotel.
De volgende dag brengt hij me naar een fietsenzaak met mooie nieuwe spullen.

Chisinau is stad met in het centrum grote gebouwen, brede asfaltvlakten vol snelle auto's. Op veel plekken wordt aan de straat gewekt om de auto's nog meer ruim baan te geven. De regering heeft ook fietspaden beloofd, zegt Igor

Daar kan ik niet op wachten. In ieder heb ik nu nieuwe trappers. Morgen vertrek ik richting noordoost, terug naar Oekraïne.