Fietsers kunnen Letland beter overslaan
Door: Addie en Hans
Blijf op de hoogte en volg Hans Metz en/of Addie Niesthoven
05 Juli 2014 | Letland, Liepāja
We nemen de grote weg tot Rucava, in Letland. De volgende dag willen we van hier naar het oosten. We komen op een brede grindweg waar het autoverkeer dwarse ribbels heeft veroorzaakt: wasbord. Als wij na een kilometer getril en geschok omkeren, worden we gepasseerd door twee stoere jonge Zwitsers die er wel tegen kunnen. Gestaag rijden ze achter elkaar, de ogen op de weg gericht. Lekker om je heen kijken is er dan niet bij.
Nu we besloten hebben om alleen nog over asfalt te rijden, is er niet veel keus meer. In Letland zijn alleen de verbindingswegen tussen de grotere steden geasfalteerd. Soms ook ligt er midden in zo'n traject ineens 25 km gravel. Het wordt dus eerst Liepaja, een mooie stad aan de Baltische Zee. Daarna zouden we - over echt drukke wegen - naar Riga kunnen rijden, maar we kiezen ervoor om met een kleine boog terug naar Litouwen te gaan. Daar hebben we een grotere keus aan rustige asfaltwegen.
Als we ons aan de feitelijk situatie hebben aangepast, blijkt Letland een genoeglijk land te zijn. Er wonen hier 2 miljoen mensen op een oppervlakte iets groter dan Nederland. Net als in Litouwen kunnen we makkelijk terecht met Engels, en we horen ook veel Russisch om ons heen.
De beheerder van het Travellers Hostel zegt dat de bevolking hier in Liepaja voor bijna de helft uit Russisch sprekenden bestaat. Het was in de Sovjettijd beleid om de belangrijke steden, en vooral de havensteden, te bevolken met Russen. Waarom maken jullie het Russisch niet tot tweede officiële taal, vraagt Hans. Maar dat is onbespreekbaar. De Russische politiek ten opzichte van de vroegere Sovjetlanden wordt diep gewantrouwd. Taal is een politiek instrument, en de situatie in Oekraïne heeft ook hier de tegenstellingen weer op scherp gezet. Toch, in de dagelijkse omgang tussen de mensen is de tweetaligheid geen probleem. Men verstaat elkaar.
We fietsen een dag rond in Liepaja, bezoeken een paar musea. Het joods museum bestaat uit twee kamers op een eerste verdieping. Een kleine oude man leidt ons rond. In woord en beeld de bekende gruwelijke verhalen: mensen die in grote aantallen uit hun huizen worden gehaald en buiten de stad worden doodgeschoten.
In het museum gewijd aan de bezetting (1940-1990) leren we dat onder Stalin na 1945 40 duizend Letten uit Liepaja, bijna de helft van de bevolking, naar Siberië zijn gedeporteerd.
Over een hobbelige pier rijden we een stukje de zee in. Hier ontmoeten we Joris en Lelden uit Amsterdam. Lelden komt hier vandaan. We fietsen met hen op en 's avonds op een terras vertelt ze dat ze als peuter met haar moeder in 1989 deelnam aan de menselijke keten door de drie Baltische landen. Het was het hoogtepunt van de actie voor zelfstandigheid, en een van haar eerste herinneringen.
Veel jonge, hoogopgeleide mensen verlaten de Baltische landen. Zij werkt bij een bedrijf waar Engels de voertaal is, en de Nederlandse cultuur bevalt haar. Wat ze enorm mist, is de natuur. Hier groeide ze op temidden van bossen en meren. Ooit zal ze terugkeren. Joris ziet het wel voor zich: hij is projectontwikkelaar en er valt hier veel te bouwen en te renoveren. Als er eerst maar meer geld beschikbaar is.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley