Het diepste punt is bereikt!
Door: Hans en Addie
Blijf op de hoogte en volg Hans Metz en/of Addie Niesthoven
16 Juni 2014 | Polen, Frombork
Een andere uitstap vanuit onze R1-route is de scheepslift in het Kanal Elblaski, dat verschillende meren met elkaar verbindt. Schepen varen in een V-vormig frame, en dat wordt op wielen over rails de berg opgesleept. Zo zijn er ruim achter elkaar 5 verschillende 'liften', die samen 100 meter hoogteverschil overbruggen. Het is in 1860 aangelegd en nu wordt het gerenoveerd. Dat is jammer, het kanaal is daarvoor drooggelegd. Maar het is ons nu wel duidelijk hoe het werkt. Op Wikipedia staan mooie foto's van de functionerende scheepstakels.
Op weg naar Elblag krijgen Nederlanders volgens ons Duitstalige routeboekje van het landschap een 'heimatliches Gefühl'; het is door de mennonieten drooggelegd land met kleine weilanden en slootjes. Dat kan zo zijn, maar door de vele wilde bloemen en de rondstappende ooievaars voelen wij ons toch echt in het buitenland. Het is wel netzo vlak land als in Nederland.
Kort voor Elblag bereiken we het diepste punt van Polen: 1,8 meter onder de zeespiegel. We staan langs de kant van de weg een groen bord te fotograferen met Poolse tekst, waaronder '1,8 m', als een lange jongen ons aanspreekt. 'Hier is het niet, ik breng jullie er wel even heen'. Ja, dat ziet er beter uit, een fotogeniek monumentje op een stukje gras. We bedanken de jongen, maar dat hoeft niet. 'Tourists, spend more money!' roept hij als hij doorfietst.
Elblag is wel de grootste verrassing van onze reis. Ook deze stad werd plat gebombardeerd. Maar hier zijn niet alleen de kerk en andere grote gebouwen gerestaureerd. Ook de huizen zijn teruggebouwd, in het oorspronkelijke stratenpatroon en met dezelfde soort gevels. Maar dan modern! Allemaal verschillend, met soms vakwerk, vaak beton. Mooie kleuren. En hip publiek op de terrasjes.
Nu we zo noordelijk zijn gekomen, keren we niet om voordat we de zee hebben gezien. We fietsen een flinke bult op door een bos, en worden beloond met doorkijkjes op de 'Frische Haft', het stukje van de Oostzee dat is afgeschermd door een grote landtong die doorloopt tot in Rusland.
In Tolkmicko bekijken we de haven, met schommelende zeiljachtjes. Er staat een stevige noordenwind. Hans spreekt een wandelaar aan, die ons uitnodigt in zijn bootje. Gregor is een ondernemende pensionado, die zijn geld heeft verdiend als bouwvakker in Duitsland. Onder de koffie vertelt hij over zijn leven. Eindelijk zien we kans om eens wat meer over Polen te weten te komen. We zien redelijke wegen, goed geklede mensen, veel huizen in aanbouw, het is schoon op straat en er is internet in vrijwel elke eettent en het eenvoudigste pension. Het gaat dus goed hier?
Daar is Gregor het niet mee eens. 'Kijk om je heen. Het havengebouw is vervallen, de fabriek ligt stil. Een groot deel van de mensen zit zonder werk. En hoe verder je naar het oosten gaat, hoe slechter het wordt. Bovendien is er nog steeds veel corruptie. Hoe kan je anders verklaren dat een kilometer snelweg in Polen twee keer zo veel kost als in Duitsland? Terwijl het materiaal goedkoper is en de lonen veel lager dan in West-Europa.' We willen nog veel meer van hem horen, maar door de heftige deining in de haven moet ik opeens snel de wal op, en in de frisse lucht.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley