Venetie

Venetië bereiken we vanuit het zuiden.
Het stadje Chioggia ligt op het vasteland aan de zuidkant van de lagune waarin Venetië ligt. Ook hier zijn hoge bruggen en kanalen tussen de huizen. Twee langgerekte en smalle eilanden scheiden ons nog van Venetië. Het eilandje Pellestrina heeft over de hele lengte een hoge muur aan de kant van de zee. De Adriatische Zee is kennelijk niet zo onschuldig als ze eruit ziet. Op de kop van het eiland Lido is een kleine camping. Hier laten we de fietsen achter. De veerboten zijn openbaar vervoer waar je in het hele gebied met 1 kaart gebruik van kan maken. De fiets kan Venetië niet in. Die is daar onbruikbaar, met al die trappen en bruggen en met die mensenmassa's. We lopen de hele dag, en als we moe zijn, gaan we een stukje met de boot. Het Canal Grande op en neer, en om heel Venetië heen. Smalle straatjes die vaak dood lopen op het water. Grachtjes met hoge bruggen. Soms alleen water tussen de huizen. Tientallen of misschien honderden gondels. De gondeliers zien er uit zoals in de film, met strohoedje en gestreept shirt, ze staan rechtop op de achtersteven van hun gondels, maar ze zingen niet. De kerken zien er heel anders uit, plomper, en er is het grote plein San Marco met het gigantische paleis van de doge, en natuurlijk de duiven....

Op de camping blijkt dat we eigenlijk een dag te laat zijn aangekomen. Er staan trailers waar lange smalle roeiboten op worden geladen. Deze zondag was de Vogalonga, een vaartocht met duizenden roeiboten. Bijna 40 jaar geleden begonnen als een protest tegen het groeiend aantal motorschepen in de stad. Stank, lawaai en beschadiging van de gebouwen. Waarschijnlijk heeft het protest weinig geholpen: er varen honderden watertaxi's, vrachtschepen en -scheepjes en toeristenboten door de kanalen van Venetië. Maar de Vogalonga is nu een jaarlijks terugkerend feest met deelnemers uit de hele wereld.

Venetië komen we niet zo gemakkelijk weer uit. Vanaf het Lido kunnen we met een boot om de stad heen, het eindpunt is de dijk die de verbinding vormt met het vasteland. Daar begint de snelweg, die verboden is voor fietsers. De trein biedt uitkomst. Om bij het station te komen, moeten we nog wel een hoge brug met traptreden over. We blijven zitten tot vlak voor Padua.